Asscher in gesprek met ING over ontslag van honderden uitzendkrachten per 1 juli 2015

Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken gaat met het Nederlandse bedrijf ING in gesprek. Het bedrijf ING heeft honderden uitzendkrachten ingeleend van verschillende uitzendbureaus. Omdat per 1 juli 2015 een nieuwe wet in werking treed wil de ING afscheid nemen van een groot deel van de uitzendkrachten. Per 1 juli 2015 moeten bedrijven namelijk een transitievergoeding betalen aan flexibele arbeidskrachten indien deze door het bedrijf worden opgezegd of ontslagen.

De hoogte van de transitievergoeding bedraagt een derde maandsalaris per gewerkt jaar bij een dienstverband tot 10 jaar. Voor ieder jaar dat een dienstverband langer heeft geduurd (dan 10 jaar) ontvang de werknemer een half maandsalaris per gewerkt jaar. Voor ING lopen de kosten voor de het betalen van een transitievergoeding hoog op wanneer deze werkgever aan alle uitzendkrachten een dergelijke vergoeding zou moeten betalen. Daarom wil de ING afscheid nemen van een groot deel van de uitzendkrachten. Lodewijk Asscher geeft echter bij de nieuwswebsite NU.nl aan dat hij in gesprek gaat met de ING. Donderdagochtend had de Volkskrant al een interne notitie gepubliceerd waarin duidelijk werd dat de ING de ontslagen heeft gepland vanwege de financiële gevolgen van de nieuwe wet. De bank heeft deze notitie echter tegengesproken in een verklaring.

Minister Asscher is niet gerust op de situatie. Hij heeft de verklaring van de ING gelezen maar is ook bekend met de inhoud van de notitie. In deze notitie staat volgens de minister toch duidelijk dat de ontslagen bij de ING toch worden uitgevoerd om de “Wet Werk en Zekerheid te omzeilen”. De minister wil graag dat de notitie van tafel wordt geveegd. De geplande ontslagen worden door Asscher wel “schandalig” genoemd omdat de top van de ING 28 procent loonsverhoging krijgt.

Hij gaf aan NU.nl aan:  “Als je zegt: 28 procent loonsverhoging voor de top vinden we redelijk, bonussen van tonnen vinden we redelijk,  maar een uitzendkracht die jarenlang gewerkt heeft gunnen we niet vijfhonderd of duizend euro? Dat vind ik niet uit te leggen.”

Transitievergoedingen helpen de arbeidsmarkt niet
Verschillende werkgevers en andere instanties zijn van mening dat Asscher de berichtgeving vanuit de ING had kunnen verwachten. Dit komt omdat veel bedrijven geen zin hebben in het betalen van geld aan werknemers die vertrekken. Transitievergoedingen willen de meeste bedrijven vermijden. Daarom gebruiken bedrijven de ‘mazen in de wet’ om te voorkomen dat ze transitievergoedingen hoeven te betalen aan personeel dat wordt ontslagen.  Minister Asscher hoopt echter op een cultuuromslag in het Nederlandse bedrijfsleven. De minister geeft aan dat de ‘waarde van werk’ voorop moet komen te staan in plaats van de kosten van werk. De minister had echter al verwacht dat bedrijven onder de regels uit probeerden te komen. Toch is hij hoopvol en geeft hij aan dat werknemers goed moeten inzien hoe ze behandelt worden bij bedrijven. De werkgevers en werknemers moeten er gezamenlijk voor zorgen dat de opzet van de wet slaagt. Binnen afzienbare tijd volgt een debat met minister Asscher in de Tweede Kamer over de uitwerking van de Wet Werk en Zekerheid op de arbeidsmarkt.

Reactie van Technisch Werken
De Wet Werk en Zekerheid blijft bijzonder. Natuurlijk is het duidelijk dat de minister wil proberen de positie van flexwerkers op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dat is een hele goede instelling, alleen werkt de Wet Werk en Zekerheid in de praktijk niet op de manier die de minister had gehoopt. Werkgevers nemen flexkrachten vaak niet vast aan omdat er sprake is van veel economische onzekerheid voor veel bedrijven. Deze bedrijven worden gedwongen om van flexwerkers afscheid te nemen omdat ze geen zicht hebben op een structureel economisch herstel. In het verleden konden bedrijven een flexwerker over een periode van drie jaar tijdelijke contracten bieden en mocht na deze periode een onderbreking van 3 maanden worden gehanteerd om vervolgens weer een periode van drie jaar iemand als flexkracht aan te nemen.

Tegenwoordig is dat anders. Werkgevers mogen iemand vanaf 1 juli 2015. over een periode van 2 jaar flexibel aan het werk houden. Na die twee jaar kunnen werknemers aanspraak maken op een vast contract. Als een bedrijf dit niet kan of wil bieden zal het bedrijf de medewerker een half jaar buiten het bedrijf moeten houden alvorens de medewerker weer 2 jaar op tijdelijke basis kan werken. De minister wil natuurlijk met deze wet er voor zorgen dat veel bedrijven er voor kiezen om de medewerker een vast dienstverband te bieden. Als extra prikkel heeft hij de transitievergoeding ingevoerd om er voor te zorgen dat bedrijven die de werknemer 2 jaar in dienst hebben gehad een bedrag aan de werknemer moeten meegeven. Dit bedrag is een derde maandsalaris per gewerkt dienstjaar.

De meeste bedrijven willen flexwerknemers om bedrijfseconomische redenen geen vast contract geven laat staan een transitievergoeding betalen. Kortom met de Wet Werk en Zekerheid helpt minister Asscher de werkgevers op geen enkele manier. Daarnaast zijn ook veel flexwerkers niet gediend van deze wet. Ze worden na twee jaar de laan in gestuurd en het bedrijf zorgt er wel voor dat er precies geen transitievergoeding wordt betaald. Dan zitten ze minimaal 6 maanden thuis alvorens ze bij dezelfde werkgever aan de slag kunnen. Die periode is te lang en daarom zoeken ze naar ander werk. Dit zal echter ook vaak flexwerk zijn omdat flexwerk de beste oplossing is voor de economie en de onzekerheid van de bedrijven. Het is een raadsel waarom minister Asscher met zijn regels denkt dat hij de arbeidsmarkt gaat verbeteren. Tot nu toe heeft minister meer schade en onzekerheid veroorzaakt dan de crisis de afgelopen jaren heeft gedaan. Dat is een prestatie waar hij zeker niet trots op mag zijn.