Wat is pasteuriseren?

Pasteuriseren is proces waarmee de houdbaarheid van aan bederf onderhevige voedingsmiddelen in de voedingsmiddelenindustrie wordt geoptimaliseerd door de voedingsmiddelen kort te verhitten zodat schadelijke bacteriën worden vernietigt zonder dat daarbij de voedingsmiddelen zelf beschadigd worden. Het woord ‘pasteuriseren’ is afgeleid van de uitvinder van dit proces namelijk Louis Pasteur. Hij was een Franse scheikundige en bioloog en heeft samen met Claude Bernard, een Franse fysioloog, de eerste pasteurisatie uitgevoerd op 20 april 1862. Bij pasteuriseren wordt een voedingsmiddel korte tijd verhit om schadelijke bacteriën te doden. Een andere methode om bacteriën te doden is hogedrukpasteurisatie. Bij hogedrukpasteurisatie wordt het product doormiddel van zeer hoge druk gepasteuriseerd. Net als bij verhitting worden door de hoge druk ook bacteriën gedood.

Pasteuriseren of steriliseren
Pasteuriseren is niet hetzelfde als steriliseren. Tijdens het pasteuriseren worden namelijk niet alle micro-organismen vernietigd. In plaats daarvan worden door het pasteuriseren de micro-organismen in voedingsmiddelen gereduceerd tot een niveau dat de voedingsmiddelen veilig en gezond kunnen worden gebruikt. Dit is een niveau waarbij het onwaarschijnlijk is dat er ziekten kunnen worden veroorzaakt door het nuttigen van het gepasteuriseerde voedingsmiddel. Door het pasteuriseren wordt de houdbaarheid van het product verlengd. Dit neemt echter niet weg dat men de gepasteuriseerde voedingsmiddelen wel gekoeld moet bewaren en moet verbruiken voor de vervaldatum.

Steriliseren is een proces dat met pasteuriseren vergeleken kan worden. Bij het steriliseren maakt men echter gebruik van een veel hogere temperatuur. Deze hoge temperatuur zorgt er echter wel voor dat de smaak van het product wordt gewijzigd. Dit gebeurd doordat de eiwitten tijdens het steriliseren door de hoge temperatuur chemische wijzigingen ondergaan. Omdat bij voedingsmiddelen de smaak erg belangrijk is gebruikt men sterilisering een weinig in de voedingsmiddelenindustrie.

Pasteuriseren van melk
Als men het woord pasteuriseren hoort dan associeert men dit meestal met zuivel of specifieker met gepasteuriseerde melk. Franz von Soxleth heeft in 1886 het pasteuriseren voor het eerst op melk toegepast. Er zijn twee methoden die gebruikt kunnen worden om melk te pasteuriseren:

  • Pasteuriseren doormiddel van een hoge temperatuur gedurende een korte tijd (HTST). De afkorting HTST staat voor de Engelse benaming High-Temperature Short Time. Bij de HTST methode wordt melk verhit tot een temperatuur van 72 °C. Deze verhitting duurt ten minste 15 seconden. Melk die met de HTST methode is gepasteuriseerd heeft een bewaartijd van twee tot drie weken als de melk gekoeld bewaard wordt.
  • Pasteuriseren doormiddel van een ultra hoge temperatuur (UHT). De afkorting UHT staat voor het Engelse Ultra-high temperature of het Nederlandse ultra hoge temperatuur. Tijdens dit pasteurisatieproces wordt de melk verhit tot een temperatuur van 138 °C. De verhitting vindt plaats gedurende een periode van minstens 2 seconden. Melk die doormiddel van UHT pasteurisering is behandeld zal in combinatie met een steriele behandeling en een steriele verpakkingsmethode veel langer houdbaar zijn dan HTST gepasteuriseerde melk. UTH gepasteuriseerde melk kan een langere periode op kamertemperatuur worden bewaard en heeft een houdbaarheid van twee tot drie maanden gemiddeld.

Tijdens het pasteuriseringsproces moet men er voor zorgen dat alle melk evenredig wordt verwarmd. Er moet geen deel van de melk korter of juist langer worden verhit. Het pasteuriseringsproces dient daarom zorgvuldig uitgevoerd te worden.

Pasteuriseren en lassen in de zuiveltechnologie
Pasteuriseren is een technologie die valt onder de voedingsmiddelentechnologie. Binnen de voedingsmiddelentechnologie wordt het pasteuriseren vooral toegepast in de zuiveltechnologie. Het pasteuriseren moet in de zuivelindustrie nauwkeurig worden uitgevoerd. Er zijn echter meer factoren die een grote invloed hebben op de voedselveiligheid van voedingsmiddelen. Machines moeten bijvoorbeeld ook steriel zijn evenals de leidingen waar de zuivel en andere vloeibare voedingsmiddelen doorheen stromen. De leidingen in de voedingsmiddelenindustrie zijn gemaakt van roestvast staal en worden aan elkaar gelast en aan elkaar gefit door specialisten.

Men heeft het ook wel over zuivellassers of lassers die een las op zuivelniveau kunnen maken. In feite worden de meeste lasverbindingen gedaan met behulp van formeren. Tijdens het formeren brengt men backinggas in de leidingen. Dit backinggas zorgt er voor dat er een goede doorlas ontstaat aan de binnenkant van de zuivelleiding. Een goede doorlas is glad en bevat geen corrosie. Daardoor krijgen bacteriën geen kans. Zuivellassers zijn lassers die het TIG lassen beheersen op hoog niveau.