Wat is lassen en wat doet een lasser?

Lassen is een verbindingstechniek die onder andere in de werktuigbouwkunde wordt gebruikt. Doormiddel van lassen worden materialen aan elkaar verbonden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van druk en warmte. De materialen die worden samengevoegd worden vloeibaar gemaakt. Daarmee verschilt lassen van solderen. Bij solderen wordt alleen het toevoegmateriaal vloeibaar gemaakt en niet het materiaal van het werkstuk.

Bij lassen wordt het materiaal van het werkstuk wel vloeibaar gemaakt om een zo stevig mogelijke verbinding te maken. Daarnaast kan bij lassen gebruik worden gemaakt van verschillende soorten toevoegmateriaal. De toevoegmaterialen hebben invloed op de las maar ook op het lasproces zelf.  Een las is een permanente verbinding die niet uitneembaar is zoals een moet-bout verbinding.

Eigenschappen lasverbindingen
Een verbinding die gemaakt is doormiddel van lassen heeft voor en nadelen. De voordelen van lasverbindingen ten opzichte van andere verbindingen zijn:

  • Een verbinding met een las is stevig. Als deze juist is aangebracht is de las even sterk of sterker dan het omliggende materiaal.
  • Een lasverbinding kan eenvoudig worden aangebracht. Er moet vaak wel een voorbewerking plaatsvinden zoals slijpen maar er hoeven geen gaten geboord te worden om bijvoorbeeld een boutverbinding mogelijk te maken.
  • Lasverbindingen zijn als ze goed worden aangebracht bestand tegen temperatuurswisselingen.
  • Een las die goed aangebracht is ziet er netjes uit. In de scheepsbouw kunnen lassen waarmee  huidplaten worden verbonden zeer netjes worden afgewerkt. Dit zorgt er voor dat ze volledig aan het zicht kunnen worden onttrokken waardoor het casco van een schip er uit ziet als één geheel.
  • Daarnaast zorgen lasverbindingen in leidingen er voor dat er geen open naden ontstaan in leidingen. Een goede gladde lasnaad zorgt er voor dat er geen bacteriën achter of in de naad achterblijven. Een lasnaad kan daardoor voor een hygiënische verbinding zorgen.  Ook de stromingsweerstand is bij een goed aangebrachte lasnaad in een leiding beperkt.

De nadelen van lasverbindingen zijn voor een deel het tegenovergestelde van de voordelen van deze verbindingen. De nadelen worden hieronder benoemd.

  • Een lasverbinding kan niet uit elkaar genomen worden zoals bijvoorbeeld een boutverbinding. Wanneer een las niet goed is gelegd moet deze worden weggeslepen of weg gegutst. Dit is zwaar en tijdrovend werk.
  • Lassen gebeurt over het algemeen met veel warmte. Daardoor kan het materiaal of het werkstuk krom gaan trekken.
  • Lassen is een verbindingstechniek waarbij giftige dampen vrij komen. Deze dampen moeten worden afgezogen door een installatie om de gezondheidsrisico’s voor de lassers en de medewerkers die bij hem in de buurt werken te beperken.
  • Voor lassen is naast lasapparatuur ook beschermende kleding en schoeisel nodig die brandvertragend is. Ook een lashelm is nodig om de ogen te beschermen tegen het licht dat van het lasproces af komt. Ook de omgeving moet tegen het licht van het lasproces worden beschermd om lasogen te voorkomen.
  • Niet alle materialen kunnen worden gelast en voor verschillende materialen heb je een specifiek lasproces nodig.

Lasverbindingen hebben voor en nadelen. Voordat je een las goed kunt aanbrengen moet je goed op de hoogte zijn van de veiligheidsaspecten en moet je weten hoe een las moet worden aangebracht. De meeste lassers in Nederland hebben hiervoor een opleiding of training gehad.

Lasprocessen
Er zijn verschillende lasprocessen ontwikkeld door de jaren heen. Elk lasproces heeft eigenschappen die het proces geschikt maken voor een bepaalde materiaalsoort of een bepaalde situatie. In een bedrijf is beschreven welke lastechnieken worden gebruikt voor een bepaald soort materiaal. Deze beschrijvingen zijn gebaseerd op Europese richtlijnen. Sommige bedrijven hebben te maken met Amerikaanse richtlijnen. Deze richtlijnen worden onder andere gebruikt in de offshore.

Op dit moment worden de verschillende  lasprocessen gebruikt door bedrijven. Deze kunnen voor het overzicht in onderstaande hoofdcategorieën worden ingedeeld. Daarbij zijn een aantal specifieke lasprocessen genoemd die onder de categorie vallen.

  • Booglassen: zoals MIG/MAG lassen, Onder Poederdek lassen, TIG lassen
  • Elektrisch weerstandlassen: zoals puntlassen, rolnaadlassen, weerstandstuiklassen
  • Autogeen lassen: hieronder valt alleen autogeen lassen
  • Druklassen: zoals ultrasoon lassen, gasdruk lassen, explosie lassen
  • Bundellassen: zoals laserlassen, röntgenlassen
  • Overige lasprocessen: zoals infraroodlassen, inductielassen, exothermisch lassen

Lasprocessen blijven in ontwikkeling en veranderen met de tijd. Er komen lasprocessen bij en er verouderen lasprocessen.

Lasposities
Er zijn verschillende lasposities die een lasser in de praktijk kan uitvoeren. Over het algemeen worden de positie onder de hand als de meest eenvoudige laspositie genoemd. Dit is positie PA. Daarnaast zijn er de hoeklassen die met PB worden aangeduid. Uit de zij lassen wordt met PC aangegeven. Een hoeklas boven je macht is positie PD. Helemaal boven het hoofd lassen wordt met PE aangeduid. Voor stapellassen wordt van beneden naar bogen de positie PF toegepast. Van boven naar beneden wordt de positie PG gebruikt. Voor pijp lassen worden daarnaast de posities PH, PJ, PK en H-L-45 graden in gebruik genomen.