Verdwijnt vakmanschap uit Nederland door automatisering?

De afgelopen jaren zijn veel bedrijven in de industrie bezig met lean management of processen die sterk lijken op dit bekende model dat afkomstig is uit de fabrieken van Toyota. Uiteindelijk zijn leanprocessen een reïncarnatie van scientific management.  Het scientific management werd eerder aan het begin van de twintigste eeuw ingevoerd in de fabrieken van Ford. Door processen te standaardiseren kon een constante kwaliteit geleverd worden met een constante snelheid. De productieprocessen werden in de loop der jaren gemechaniseerd. Zelfs de landbouw werd gemechaniseerd waardoor dieren en mensen steeds minder spierkracht hoefden te gebruiken.

Automatisering

Na de mechanisering deed de automatisering haar intrede. Processen werden in het verleden nog door mensen bestuurd. De mens hanteerde mechanische machines om van grondstoffen producten te maken.  De mens gebruikte zijn verstand om de processen in fabrieken aan te sturen. Procesoperators hielden de processen in een fabriek in de gaten en zorgden er voor dat er probate oplossingen werden geboden als er problemen ontstonden in het proces. Deze werkwijze word in veel fabrieken nog toegepast. Toch ziet men dat er meer geautomatiseerd wordt. Doormiddel van software zoals SCADA en PLC’s doen veel computerssystemen het denkwerk voor mensen.

Deze systemen geven bovendien inzage in de input en output van machines. Een geavanceerde machine kan zelfs in de software duidelijk de locatie van een storing aangeven zodat de onderhoudsmonteur de storing snelker kan vinden en effectiever kan oplossen. Door automatisering word het productieproces overzichtelijker en kan men de verschillende schakels in het productieproces beter op elkaar afstemmen. Hiervoor wordt onder andere SCADA software gebruikt. Doordat machines nu ook, met behulp van gegevens die worden verkregen door sensoren, ‘beslissingen’ kunnen maken wordt de mens in het productieproces steeds meer een overbodige factor. De kwaliteit van producten wordt steeds beter controleerbaar en de snelheid van productieprocessen wordt eveneens inzichtelijker.

Standaardproducten

Doordat de kwaliteit, de vormgeving en het materiaal van producten constanter wordt krijgt men te maken met standaardproducten. Met name in de massaproductie worden veel standaardproducten geproduceerd. Door massaal dezelfde producten te produceren kan men dezelfde matrijzen,  stempels en mallen gebruiken voor producten. De machines waarin de stempels,  matrijzen of mallen zijn  vastgemaakt kunnen bij een massaproductie snel worden terugverdiend waardoor producten goedkoper worden. Dit is voor veel consumenten aantrekkelijk.

Gebrek aan maatwerk

Omdat er door de massaproductie weinig mogelijkheden zijn om de eigenschappen van producten te wijzigen en af te stemmen op de wensen van de klant, krijgen klanten vrijwel allemaal hetzelfde product. Alleen de kleur kan soms wisselen.  Bij autofabrikanten is het echter wel mogelijk om tegen een meerprijs extra componenten te laten inbouwen in een auto. Bij veel goedkopere producten is deze vorm van maatwerk echter niet mogelijk. Hierbij kan men denken aan, kleding, schoenen, tassen en andere producten die men dagelijks gebruikt.

Gebrek aan vakmanschap

Men is gewend aan het feit dat machines tegen een goedkope prijs producten produceren. Dat deze producten standaard zijn nemen veel mensen voor lief, er staat immers een goedkope prijs tegenover. In het verleden kon men echter wel bij verschillende vakmensen of vaklieden een specifieke product laten vervaardigen dan niet door machines kon worden geproduceerd.  Hierbij kan men denken aan kleermakers, schoenmakers, smederijen, pottenbakkers en meubelmakers. Vij deze bedrijven werkten zeer vakbekwame personen die het werk meestal met de hand deden. Hun handvaardigheid werd vaak van vader op zoon en van leerling op gezel overgedragen. Door de opkomst van fabrieken zijn bijna alle ambachtelijke verdwenen in Nederland.

Prijs is belangrijker dan vakmanschap

Omdat voor veel mensen de prijs belangrijker is geworden dan vakmanschap konden veel vaklieden hun bedrijf niet meer rendabel houden. Een vakman kost salaris. Personeel vormt de grootste kostenpost voor veel bedrijven. In een groot productiebedrijf kan een machinebediener een machine hanteren om duizenden producten te produceren. Een vakman moest in de praktijk vaak in zijn eentje aan een product werken waardoor de kosten van het personeel slechts over een product berekend konden worden. Een productiebedrijf kan deze kosten echter over duizenden producten uitsmeren. Door automatisering kan men nog meer personeelskosten besparen waardoor producten nog goedkoper worden. Maar als consumenten een uniek product willen kunnen zien niet meer bij fabrieken in de massaproductie terecht.

Te kort aan vakmanschap 

Nederland heeft een te kort aan ambachtslieden en vakmannen die unieke producten kunnen bedenken en maken. Ambachtslieden zijn in staat om consumenten te helpen bij een oplossing van een probleem doordat zij producten kunnen maken die iemand anders niet kan maken. Doordat vakmanschap in Nederland bijna is uitgestorven kunnen een hoop consumenten niet meer datgene kopen wat ze willen. Fabrieken bepalen het aanbod. Vakmannen worden tegenwoordig bijna alleen ingeschakelt om kapotte producten te repareren. Toch vindt er een nieuwe tendens plaats. Verschillende mensen zijn hobbymatig met vakmanschao bezig waardoor vakmanschap in stand gehouden wordt. Misschien biedt dat hoop voor de toekomst?