Vorming van de organisatiecultuur

Elke organisatie kent een cultuur die per bedrijf uniek is en altijd verschilt van de concurrentie. De cultuur van een organisatie wordt bepaald door een scala van factoren. Men kent vanuit Organisatie en Management een viertal van elementen van cultuur. Deze elementen vormen onderling de cultuur van het bedrijf. De elementen bestaan uit:

  • Veronderstellingen die niet ter discussie staan (laag 1)
  • Normen en waarden (laag 2)
  • Mythen, helden en symbolen (laag 3)
  • Gedragscode, rituelen en procedures (laag 4)

De bovenstaande elementen van (organisatie-) cultuur kunnen worden geordend van aanpasbaar tot minst aanpasbaar. Waar in laag 1 het minst aanpasbaar is en laag 4 het meest aanpasbaar. Hieronder zijn de verschillende elementen toegelicht door Tjerk van der Meij, student Human Resource Management aan de NHL in Leeuwarden.

Veronderstellingen
Aan de grondslag van organisatiecultuur staan de veronderstellingen die niet ter discussie staan. Deze veronderstellingen zijn het meest lastig te wijzigen in de organisatiecultuur. Voorbeelden van dergelijke veronderstellingen zijn bijvoorbeeld eerlijkheid, respect voor de collega, etc.

Normen en waarden

In de tweede laag vind men de normen en waarden van een organisatie. Door dat deze laag vrij laag genummerd is in de lagen van cultuur zijn ze lastig aan te passen. Binnen een bedrijf staan de normen en waarden in het algemeen aardig vast. Denk bij normen en waarden binnen een organisatie aan het op tijd komen, of loyaliteit. Normen en waarden is alles wat hoort en niet hoort binnen cultuur.

Mythen, helden en symbolen
De derde zijn de mythen, helden en symbolen. Binnen een organisatie kent men veel verhalen over vroeger, die in het algemeen twijfelachtig zijn. Dit schaadt men onder de mythen van een organisatie. Helden binnen een organisatie zijn vaak de boegbeelden die het merk dragen. Binnen Apple was dit bijvoorbeeld Steve Jobs. Tot slot kent de derde laag symbolen, dit is bijvoorbeeld het loge van de organisatie. Tezamen bepalen dit drietal factoren de derde laag in de structuur van cultuur.

Gedragscode, rituelen en procedures
Tot slot kent de cultuur een gedragscode, rituelen en procedures. Dit is de laatste laag van een organisatiecultuur. Alle drie zijn ze van de totale vier lagen het meest aanpasbaar, maar desalniettemin een groot bepaler van de totale cultuur. Voorbeelden hier van zijn kerstborrels, gezamenlijke pauzes, etc.

Vormen van cultuur

Elke organisatie cultuur komt tot stand door de bovenstaande vier factoren. Doordat elke cultuur identiek is, kent men vier vormen waarin een cultuur kan worden gedefinieerd:

  • Macht-georiënteerd
  • Rol-georiënteerd
  • Taak-georiënteerd
  • Persoon-georiënteerd

Macht-georiënteerd
Een macht georiënteerde cultuur gaat uit van een overheersing van de omgeving. Het wordt gekenmerkt door een hoge samenwerkingsgraad en een lage machtsspreiding.

Rol-georiënteerd
Deze vorm gaat uit van het rationele handelen. Het kent een lage samenwerkingsgraad en een lage machtsspreiding.

Taak-georiënteerd
Binnen deze vorm van cultuur wordt een doel gesteld en wordt er alles aan gedaan om dit doel te behalen. Deze vorm van cultuur kent een hoge samenwerkingsgraad en een hoge machtsspreiding.

Persoon-georiënteerd
Binnen deze cultuur staat de medewerker en diens behoeften centraal. Het wordt gekenmerkt door een lage samenwerkingsgraad en een hoge machtsspreiding.

Conclusie
Door de 4 lagen wordt een organisatie gevormd. Hoewel er vier definities van cultuur bestaan, kent geen enkele organisatie een van de exacte definitie. Door dat cultuur wordt beïnvloedt door oneindig veel aspecten kent een organisatie in de realiteit een combinatie van bovenstaande 4 definities.