Is Nederland nog interessant voor de industriële sector?

De industrie in Nederland heeft het niet makkelijk. Veel grondstoffen voir de industrie moeten uit het buitenland worden gekocht en getransporteerd.  Dat kost geld bovendien is de bouwgrond in Nederland kostbaar, ook voor de industrie. Er moeten kosten worden bespaard om de industrie rendabel de houden voor Nederlandse fabrikanten.

Industriële automatisering

Automatisering is een belangrijk onderwerp voor de industrie.  Door processen te automatiseren kan men sneller produceren en wordt de kans of fouten verkleint, althans dat is de gedachte. Door verschillende verbeterprocessen tracht men de productie in de procesindustrie te optimaliseren.  Denk hierbij aan de Lean processen die ook wrl Lean management en Lean manufacturing worden genoem. Door kosten te besparen en productieprocessen ‘lean’ oftewel ‘slank’ te maken kan men binnen redelijk korte tijd kosten besparen. Daarna zal men nog meer moeten bezuinigen als men ten opzichte van de concurrentie te duur produceert. Industriële automatisering kan een ondersteunende rol spelen in dit geheel omdat doormiddel van deze automatisering processen worden aangestuurd, gecontroleerd en gevisualiseerd.

De belangrijkste vraag is niet zozeer of men moet investeren in industriële automatisering,  veel belangrijker is de vraag of Nederland wel een geschikt massaproductieland is. De grond is in Nederland verhoudingsgewijs duur ten opzichte van dunbevolkte landen. Daarnaast ligt het loon van Nederlandse werknemers veel hoger dan de salarissen van werknemers in lage loonlanden. Is Nederland eigenlijk wel een geschikt land voor de massaproductie en maakindustrie?

Focus op ontwikkeling en innovatie

Doormiddel van efficiënt produceren kan Nederland nog redelijk concurreren met andere landen in de wereld. Dit kan Nederland niet heel lang volhouden omdat andere landen op dit gebied bezig zijn met een inhaalslag. Nederland kan zich daarom beter richten op onderzoek en ontwikkeling.  Het bedenken van innovatieve oplossingen. Er is altijd behoefte aan verbetering van machines en processen.   Voor het ontwikkelen en ontwerpen heeft men in de praktijk minder bedrijfsoppervlakte nodig dan het produceren van massaproductie.

Bovendien is kennis het belangrijkste element van de kenniseconomie en niet de productie. Nederland kan beter zelf innovatieve oplossingen bedenken voor een effectieve productie terwijl andere landen deze tegen betaling implementeren. Daarnaast kunnen fabrieken voor massaproductie beter in het buitenland worden gebouwd.

Niets meer produceren in Nederland? 

Uit bovenstaande zou je kunnen concluderen dat er niets meer in Nederland geproduceerd moet worden. Dit is echter onverstandig. De alinea’s hiervoor benadrukken dat Nederland niet geschikt is voor massaproductie.  Maatwerkproductie en productie van prototypes en kleine series vallen hier buiten. Kleinere specialistische producenten kunnen zeer snel overschakelen als de wensen van de klant en de markt veranderen. Deze dynamische bedrijven die productieprocessen uitvoeren hebben een goede kans om te kunnen blijven voortbestaan in de wereldwijde concurrentie als ze maar tijdig inspelen op de voortdurend veranderende behoefte van de potentiële klanten. Innovatie staat ook bij deze kleinere productiebedrijven centraal.

Is Nederland nog interessant voor de industrie?

Dan komen we bij de vraag og Nederland nog interessant is voor fe industrie.  Deze vraag kan met een volmondig “ja” worden beantwoord.  Alleen is Nederland niet interessant als massaproductieland maar als toonaangevende speler in de innovatie met betrekking tot de industrie.  Nederland moet zijn positie als kennisland nog steviger neerzetten in de markt. Het land moet een denktank worden voor andere landen die goedkoop kunnen produceren.  Dit vereist dat Nederland meer moet investeren in het opleiden van technici en studenten zodat hun kennisniveau wordt verhoogd. Opleidingen moeten een stevige samenwerking aangaan met het bedrijfsleven zodat studenten relevante kennis opdoen en nuttige opdrachten voor het bedrijfsleven kunnen uitvoeren. Tijdens stages kunnen studenten trachten om bij stagebedrijven te experimenteren met nieuwe innovaties. Daarvoor moet de ruimte geboden worden.

Tot slot

Door personeel en studenten alleen maar producten te laten namaken aan de hand van voorbeelden wordt er nooit iets nieuws bedacht. Nederland moet op zoek gaan naar nieuwe oplossingen,  systemen en machines. Het bestaande wordt wel gekopieerd door opkomende economieën.  Daar moet Nederland xich niet tussen gaan begeven. We moeten voorop lopen. Dan weet iedereen in deze wereld ons kleine land op de kaart te vinden en neemt de handel, waarmee wij ‘groot’ zijn geworden, toe.