Flexwerkers na twee jaar vast contract

De Eerste Kamer heeft met ruime meerderheid ingestemd met de Wet Werk en Zekerheid. Deze wet zal de arbeidsmarkt aanzienlijk veranderen. Zo is de duur waarin een bedrijf tijdelijke contracten aan kan bieden aan haar werknemers ingekort. Tot heden kan een bedrijf in een periode van drie jaar haar medewerkers tijdelijke contracten aanbieden alvorens een bedrijf verplicht is om de medewerkers een vast contract aan te bieden.

Vanaf 2015 zal een bedrijf haar medewerkers eerder een vast contract moeten aanbieden. Een bedrijf zal dan na twee jaar haar medewerkers een contract moeten verstrekken voor onbepaalde tijd wanneer het dienstverband van de desbetreffende medewerker wordt voortgezet. Ook de periode waarin een bedrijf medewerkers met een tijdelijk contract na drie jaar weer een nieuw tijdelijk contract kan aanbieden wordt door de Wet Werk en Zekerheid aangepakt.

Bedrijven kunnen nu nog een medewerker 3 maanden uit dienst laten treden om vervolgens de medewerker opnieuw voor 3 jaar tijdelijke contracten aan te bieden. Als een bedrijf binnen drie maanden dezelfde medewerker weer in dienst neemt krijgt de medewerker automatisch een vast contract of kan hij of zij deze afdwingen via een arbeidsrechter. De tussenliggende periode wordt nu verlengd naar 6 maanden. Na ontslag mag dezelfde medewerker pas na 6 maanden weer opnieuw een contract krijgen bij hetzelfde bedrijf. Indien de medewerker eerder dan 6 maanden een contract krijgt aangeboden van dezelfde werkgever, dient de werkgever een vast contract te verstrekken.

Transitievergoeding
Vanaf 21 juli 2015 wordt de transitievergoeding van kracht voor werknemers die na een dienstverband van minimaal twee jaar worden ontslagen. Deze vergoeding is bedoelt voor het begeleiden van de voormalig medewerker naar een nieuwe baan. De transitievergoeding kan onder andere worden besteed aan omscholing of bijscholing en andere trajecten waarmee de kans op werk voor de ontslagen medewerker wordt vergroot.

Duur WW ingekort
De duur van de WW wordt door de kabinetsplannen ingekort. In 2016 hebben werklozen nog recht op maximaal 38 maanden WW. Deze duur wordt stapsgewijs verkort naar maximaal 24 maanden in 2019. Het kabinet geeft de werknemers en werkgevers vrijheid om onderling in cao’s afspraken te maken over een aanvulling van de WW-uitkering tot 38 maanden. Dit bedrag wordt echter niet door de overheid aangevuld en zal door de werkgevers en/of de werknemers moeten worden betaald.

Reactie van Technisch Werken
De maatregelen van het kabinet hebben als doel de arbeid juridische gelijkheid op de arbeidsmarkt tussen werknemers te bevorderen. De vraag is of deze maatregelen wel daadwerkelijk gunstig zijn voor de werknemers. De kans bestaat dat bedrijven werknemers nu korter in dienst nemen dan twee jaar en vervolgens de werknemers 6 maanden geen contract meer aanbieden. Met name voor eenvoudige werkzaamheden zullen veel werknemers vaker moeten wisselen tussen werkgevers en korte dienstverbanden hebben.

De reden waarom bedrijven geen vaste contracten aanbieden heeft te maken met de financiële risico’s die hieraan verbonden zijn. Bedrijven kunnen werknemers met een vast contract moeilijk ontslaan ook wanneer de desbetreffende werknemers niet goed functioneren of het bedrijf te weinig werk heeft om ze in dienst te houden. Een ontslagvergunning wordt tegenwoordig nog steeds met veel moeite verstrekt. De juridische strijd en bijbehorende kosten zijn hoog voor bedrijven. Daarom aarzelen bedrijven vaak van te voren al met het verstrekken van vaste contracten. Het kabinet zou er goed aan doen om de risico’s voor werkgevers te beperken.